De ijsvogel is een klein (17–19 cm) en prachtig gekleurd vogeltje dat bekendstaat om zijn snelle vlucht over het water. Met zijn felblauwe rug en oranje borst wordt hij vaak de “blauwe flits” genoemd. Die naam dankt hij aan de manier waarop hij razendsnel voorbij schiet, vaak vlak boven het wateroppervlak, op zoek naar visjes. Meestal hoor je eerst zijn scherpe, schelle roep voordat je hem ziet. Rond deze tijd van het jaar loopt een druk broedseizoen ten einde. IJsvogels graven hun nestgangen in steile oeverwanden en brengen daar twee tot drie legsels groot. De kans om nu jonge ijsvogels te zien is daardoor een stuk groter. Ondanks hun tropische uiterlijk zijn ijsvogels het hele jaar door in Nederland te vinden, al kunnen strenge winters hen zwaar treffen. In Stadsbos013 broedt al jaren een paartje in het Wandelbos, maar je kunt ze ook tegenkomen op andere plekken met water, zoals deze in de Kaaistoep.