Ruiterroute
De speciaal aangelegde ruiterpaden kennen veel afwisseling en zijn voor zowel de ruiter als het paard uitdagend.
De speciaal aangelegde ruiterpaden kennen veel afwisseling en zijn voor zowel de ruiter als het paard uitdagend.
Aan de hand van de methode Anders Leren met Paarden, verzorgt Charlotte van Iersel met haar paarden in een bosrijke omgeving coaching aan basisschoolkinderen.
Equestrian Centre Tilburg is dé stal om jouw paard naar een nieuw niveau te brengen.
Een manege die zijn sporen heeft verdiend en van alles te bieden heeft op het gebied van paarden en paardensport voor jong en oud.
Op de hoek van de Zwartvenseweg en de Reeshofdijk ligt de ‘Stadsakker’. Het gebied wordt aan de andere kant begrensd door het Reeshofbos en de spoorlijn Tilburg-Breda. Jarenlang lag hier een maïsakker. Een paar jaar geleden is de Stichting Korensla begonnen om op dit perceel oude graangewassen te telen. Ook zonnebloemen, korenbloemen en klaprozen waren er volop te vinden.
In 2020 is begonnen met een grotere verandering van het gebied. Tegen de spoorlijn is een ecologische verbindingszone aangelegd. Groeituin013 is er nu ook neergestreken, die samen met vrijwilligers groente en fruit telen. Ook is er een winkel en er wordt voorlichting over de tuin gegeven.
Je moet de Drijflanen weten te liggen, anders rijd je er gewoon aan voorbij. Dat is jammer, want het is een zeer gevarieerd gebied met afwisseling van bossen en graslanden. De graslanden zijn lange stroken; vroeger waren dat voornamelijk paardenweitjes. Nu worden de grasstroken schraler en groeit er zelfs hier en daar struikhei. Er lagen in het gebied al diverse poelen, maar hier en daar zijn er de laatste jaren nog diverse nieuwe bijgekomen. Veel waterinsecten leven daar; waterschorpioenen zitten in het water en libellen vliegen om je heen. In de poelen leggen onder andere de zeldzamere kamsalamander en vinpootsalamander hun eitjes.
Op de hoek van de Bredaseweg en de Burgemeester Letschertweg ligt het Bleukbos. De naam ‘Bleuk’ is afgeleid van ‘beloect’, wat aangaf dat er een omheind en ontgonnen perceel lag. Op kaarten van 1531 staat ook inderdaad een grasland ‘de Bloeck’ ingetekend. Op deze plek staat nu een jong aangeplant bos, met vooral beuk, eik, berk en els. Het is wel een gevarieerd bosje met kleine hoogteverschillen en in het midden ligt een grasland met daarin een poel.
Dit kleine bosgebiedje ligt tussen de Bredaseweg en de spoorlijn Breda-Tilburg. Vanuit de Tilburgse wijk Koolhoven kun je wandelen door dit langgerekte gebied nabij het beekje de Donge. Heel bijzonder zijn de twee oude lanen met afwisselend rode en groene beuken. Rond 1900 zijn die aangeplant en nog steeds hebben ze een goede conditie. In de bossen zelf staan veel zomereiken, met hier en dier ook Amerikaanse eik, linde en berk. Vanwege het beekdal is Koolhoven ook vrij vochtig, waardoor hier ook de zwarte els en de populier groeit. Door de ondergroei in het bos broeden er allerlei vogelsoorten.
Tussen de Witbrantlaan, in de Tilburgse wijk de Reeshof, en de Bredaseweg ligt het bos- en heidegebied de Gaas. De naam de ‘Gaas’ verwijst nog naar het hek dat vroeger om het gebied stond. Het meest waardevolle deel van het gebied zijn de heidevelden in het noorden. Dankzij enkele actieve omwonenden is de heide een paar jaar geleden weer in ere hersteld. Niet alleen de struikheide groeit en bloeit weer uitbundig, ook de stekelbrem en het duivelsnaaigaren hebben hun vaste plekjes in het gebied. Daarnaast leven er ook nog veel insecten, zoals vlinders en de spinnendoder en rupsendoder, en dat allemaal voor de deur langs de Witbrantlaan.
De Reeshofdijk liep lange tijd door een heidegebied. Halverwege de vorige eeuw is dit gebied ontgonnen. De woeste gronden werden beplant met allerlei naald- en loofbomen. De grove den, douglasspar, Amerikaanse eik en beuk werden in veel bosvlakken neergezet. Je ziet die indeling nog steeds als je door het bos loopt. De bomen zijn nu al flink gegroeid en de zwarte specht en de buizerd broeden hier vaak. De Amerikaanse eik geeft het bos in het najaar een mooie roodbruine kleur.
De naam Reeshof verwijst naar het buitenhuis dat Charles Reij de Carle in 1763 ten noordwesten van het huidige bos liet bouwen; het was Reij’s Hof.
Dit vochtige gebied wordt doorsneden door de Burgemeester Baron van Voorst tot Voorstlaan en de spoorlijn Breda-Tilburg. Omdat het gebied wat lager ligt dan de bossen er omheen, komt er kwelwater naar boven. Dat schone water bevat veel mineralen, waardoor hier bijzondere planten verschijnen. Het samenkomende water gaat via een beekje onder de naam Oude Leij het Reeshofbos in.
De Drasse Driehoek was altijd een landbouwgebied en in de punt van de driehoek in het Reeshofbos is lange tijd maïs geteeld. Daar ligt ook een verscholen ven, omringd met zwarte elzen. De gemeente Tilburg wil in de hele Drasse Driehoek weer meer natuur terug krijgen.
Het Wandelbos met zijn slingerende paden is in 1920 ontworpen door de bekende landschapsarchitect Leonard Springer. De grote vijver is in 1936 gegraven; die zat niet in het oorspronkelijke plan. Het vrijgekomen zand is verwerkt in het viaduct in de Ringbaan-West. Het Wandelbos was pas in 1937 volledig klaar. Het is niet alleen bedoeld om te wandelen, want in 1973 kwam er een kinderboerderij en een speeltuin bij.
In het Wandelbos groeien veel soorten bomen en struiken. Vanaf de brug over de vijver kun je de heel bijzondere grote Moerascipressen zien met hun vreemde luchtwortels. Ook verschillende soorten eenden komen hier broeden of overwinteren.
De Oude Warande is een prachtig sterrenbos dat in 1712 door prins Willem van Hessen-Kassel, heer van Tilburg en Goirle, is aangelegd. Van een stuk heidegrond maakte hij een parkbos in de Franse stijl: het is mooi symmetrisch aangelegd en de 8 hoofdpaden komen in het midden van het bos bij elkaar. Langs de paden staan veel grote en machtige beuken. In de vele oude bomen leven boombewonende vleermuizen en de boomklever en drie spechtensoorten broeden er. De meest kenmerkende bewoner van de Oude Warande is de Siberische grondeekhoorn. In de jaren 70 zijn deze uit het Tilburgs dierenpark ontsnapt.
Dongewijk is vooral herkenbaar aan de witte villa die langs de Bredaseweg staat, daar waar de beek de Donge onder de Bredaseweg doorgaat. Bij deze Hultense brug stond in 1766 al een herberg te midden van woeste heidegrond. In die tijd liep het landgoed van Dongen tot Alphen en Riel. Het huidige landgoed is in 1835 gesticht door de textielfabrikanten Diepen, Jellinghaus en Comp. Zij bouwden daar een lakenvollerij en ververij, een woonhuis en vijf arbeiderswoningen. Achter de villa staat in het bos het theehuis ‘De Koepel’. Op het landgoed staan erorme hoge bomen.
Het gebied is niet openbaar toegankelijk.
In 1938 werd in de bosrijke omgeving aan de Bredaseweg 570 het klooster Mariahof van de Broeders Penitenten opgericht. Vanaf 1943 werd het klooster ingericht tot noodsanatorium voor onder meer longtuberculose patiënten. In 1953 werd Huize Piusoord op het kloosterterrein gebouwd, omdat de broeders zich ook bezig gingen houden met de zwakzinnigenzorg. In 1968 nam de Daniël de Brouwerstichting de zorg over en ontwikkelde Piusoord zich tot een moderne zorginstelling voor mensen met een verstandelijke beperking, onder de naam Amarant.
Amarant heeft tussen de gebouwen een groene inrichting met diverse stuiken, bomen en bloemen, en een kinderboerderij. Het privégebied is vrij te bezoeken.
Landgoed Heidepark is onderdeel van het gebied Vredelust en Heidepark. Het voormalige landgoed van de Tilburgse textielbaronnen ligt tussen de Bredaseweg en de Gilzerbaan. Het gebied ten oosten van de Pompstationweg, een weg met nog echte kinderkopjes, is landgoed Heidepark. In 1884 is Villa Vredelust gebouwd in een grotendeels nog heidegebied. Het landgoed is aangelegd in de Engelse landschapsstijl met slingerende paden en een vijver. In twee weilanden staan de mooiste vrijstaande eiken van Tilburg. In de diverse poelen kwaken de groene kikkers, zwemmen salamanders en vliegen prachtige libellen. Pas in 1970 is het landgoed door de gemeente gekocht en opengesteld voor publiek. Vanaf 2020 zit er horeca in het gerestaureerde villagebouw.
Landgoed Prinsenhoef ligt tussen de Bredaseweg en de Gilzerbaan, ter hoogte van de Oude Warande. In de 19e eeuw was het landgoed eigendom van Koning Willem II. Hij gebruikte het land vooral om te jagen. Midden door het gebied van zuid naar noord loopt een prachtige laan van oude zomereiken met daaronder in de zomer geurende kamperfoelie. De langgerekte open velden zijn uniek in Stadsbos013. Langs de bomenrijen en bosranden fladderen nachtvlinders die weer door verschillende vleermuizen worden opgegeten. Het ree, de egel en de bunzing hebben hier ook hun huis. Een prachtige oase midden in het bos.
Veel bosgebieden van Stadsbos013 ten zuiden van de Gilzerbaan bestonden 150 jaar geleden nog niet. Vrijwel alles was toen nog heide. In de vorige eeuw is veel heide ontgonnen: er werden dennen en sparren geplant. Het Blaakbos ligt tussen het Bels Lijntje en de Oude Rielsebaan. De laatst genoemde weg stond al in 1832 op de kaart en is nog steeds een onverhard pad. Buiten de paden is het gebied vrijwel niet toegankelijk door de vele particuliere percelen. De naam de Blaak verwijst naar natte plekken en vennen die er toen in dit gebied waren. Daar is nu niet veel meer van terug te vinden.
Na de oorlog in 1945 wilde de iets rijkere Tilburgers graag een stukje bos kopen om daarin het weekend en de vakantie door te brengen. Langs de Oude Leij ontstond een bijzonder landschap door de vele smalle kavels die haaks op de beek de Oude Leij werden uitgegeven. Deze privékavels worden ook wel de ‘’buitens’’ van de middenstand genoemd. De kavels zijn vaak lang in de familie en verfraaid met allerlei bomen en struiken. De eigenaren ervan zijn verenigd in ‘t Geregt. Velen daarvan hebben meegewerkt om de beek weer natuurlijker te laten stromen zodat de natuur weer kansen krijgt.
Tussen het Blaakbos en de Tilburgse wijk De Blaak ligt Blaak-West. Op oude kaarten is goed te zien hoe nat het hele gebied hier was. Nog steeds liggen hier vochtige graslanden, afgewisseld met bosjes en houtsingels. Het is een natuurontwikkelingsgebied waar ook veel nieuwe poelen in zijn aangelegd. Kikkers en salamanders hebben de plassen al gevonden. Voor het beheer worden hier de langharige Schotse hooglanders ingezet. Het gebied is alleen vanuit de omliggende wijk en de bossen, en het hoger gelegen Bels Lijntje te bekijken.
De Tilburgse Waterleidingmaatschappij (TWM) was jarenlang verantwoordelijk voor het goede Tilburgse drinkwater. Daarnaast startte zij in 1994 ook met een groot natuurontwikkelingsproject. Het gebied tussen Blaakbos/Leijbos en de A58 ging flink op de schop; zo werden er o.a. 13 poelen gegraven. De natuurvereniging KNNV-Tilburg heeft alle jaren vanaf de omvorming bijgehouden welke soorten dieren en planten er voorkomen. Daarmee is de Kaaistoep het best onderzochte stukje natuur van Nederland geworden. Meer dan 9000 soorten zijn hier door de onderzoekers gevonden, waaronder de boomkikker en de knoflookpad. De waterwinning is nu in handen van Brabant Water, maar de Kaaistoep wordt nog steeds door TWM-Gronden beheerd.
Het grootste heidegebied binnen Stadsbos013 is De Sijsten. Het ligt tussen de Gilzerbaan en de A58, ten zuidoosten van de golfbaan. De open heide is ongeveer 20 ha groot en heeft last van de verdroging en de vermesting. Toch groeien er nog kenmerkende planten zoals het hondsviooltje en de stekelbrem. Je kunt de heide alleen vanaf de omliggende paden bekijken. Mogelijk dat daardoor de rustzoekende klapekster in de winter hier zijn prooien vangt. In de zomernachten hoor je de ratelende zang van de nachtzwaluw. Om de kwaliteit van de heide te vergroten, wordt hij stukje bij beetje uitgebreid.
Langs de Gilzerbaan is in 1993 gestart met de golfbaan van Prise d’eau. Deze is toen grotendeels aangelegd op weilanden en maïsakkers. Ondertussen is het gebied ook belangrijk geworden voor de natuur met de diverse poelen en de schrale bloemrijke bermen. Sprinkhanen springen tussen het gras en vlinders gaan op zoek naar de nectar in de vele bloemen. Op de plekken waar weer hei groeit leeft de levendbarende hagedis en salamanders zitten in de aangelegde poelen. Veel vogels broeden in de nestkasten, waaronder de torenvalk. De golfbaan heeft zelfs een certificaat voor de goede ecologie behaald.
Na de oorlog in 1945 wilde de iets rijkere Tilburgers graag een stukje bos kopen om daarin het weekend en de vakantie door te brengen. Langs de Oude Leij ontstond een bijzonder landschap door de vele smalle kavels die haaks op de beek de Oude Leij werden uitgegeven. Deze privékavels worden ook wel de ‘’buitens’’ van de middenstand genoemd. De kavels zijn vaak lang in de familie en verfraaid met allerlei bomen en struiken. De eigenaren ervan zijn verenigd in ‘t Geregt. Velen daarvan hebben meegewerkt om de beek weer natuurlijker te laten stromen zodat de natuur weer kansen krijgt.
Tussen de Gilzerbaan en het Reuselpad ligt een gevarieerd naald- en loofbos. Omdat er vroeger stuifduintjes in dit oorspronkelijke heidelandschap lagen, zijn er in het gebied nu nog kleine hoogteverschillen te zien. Doordat er hier en daar ook leem in de grond zit, zakt het water niet goed de grond in. De naam ‘goor’ verwijst ook naar moerassige grond. Het gebied heeft bosweitjes en heiderestanten. In de oudere naaldbossen komt de zeldzame dennenorchis voor. Op vochtige, schrale plekken in de heide groeit de zonnedauw. Het gebied is vrijwel niet toegankelijk vanwege de privégebieden met hier en daar een woning.
Sparrenhof is een uitgestrekt landgoed tussen de Bredaseweg en de Gilzerbaan, aan de oostkant van het Bels lijntje. Het is rond 1880 aangelegd en aan het begin van de vorige eeuw kwam het in bezit van de Fraters van Tilburg. Oorspronkelijk gebruikten ze Sparrenhof als kloosterboerderij; later maakten de fraters met hun kwekelingen ook uitstapjes naar het landgoed. Sinds 1983 is het een vakantieboerderij, maar nog steeds van de fraters. In het bosgebied staan veel grove dennen, oude eiken en kastanjes. Er is ook een natuurzwemvijver met vissen en amfibieën. Het gebied is niet openbaar toegankelijk.
Landgoed Vredelust is onderdeel van het gebied Vredelust en Heidepark. Het voormalige landgoed van de Tilburgse textielbaronnen ligt tussen de Bredaseweg en de Gilzerbaan. Het gebied ten westen van de Pompstationweg, een weg met nog echte kinderkopjes, is landgoed Vredelust. In 1884 is Villa Vredelust gebouwd, alleen deze nieuwe horeca ligt vreemd genoeg op Heidepark. Landgoed Vredelust is aangelegd in de Engelse landschapsstijl met slingerende paden. Het is een afwisselend bos met dennen, eiken en enorme beuken. De boomklever broedt in de bomen en daaronder groeit het lelietje-van-dalen en het maarts viooltje. Pas in 1970 is het landgoed door de gemeente gekocht en opengesteld voor publiek.
Het Wilmabos ligt verscholen tussen de Burgemeester Baron van Voorst tot Voorstweg en de Oude Warande. Het is deels toegankelijk. Het is een droog bos met voornamelijk grove den en Amerikaanse eik. Omdat het vroeger vooral particuliere bossen waren, is het totaal een gevarieerd gebied geworden met ook struiken zoals lijsterbes, sporkenhout en krentenboompjes. Dat deze oude landgoederen ook sierbossen waren, zie je aan de vele plekken waar rododendrons groeien. Roofvogels en uilen broeden in dit rustige bos. Nabij de Zwartvenseweg ligt nog een vijver die zich natuurlijk heeft kunnen ontwikkelen.
Het Wandelbos met zijn slingerende paden is in 1920 ontworpen door de bekende landschapsarchitect Leonard Springer. De grote vijver is in 1936 gegraven; die zat niet in het oorspronkelijke plan. Het vrijgekomen zand is verwerkt in het viaduct in de Ringbaan-West. Het Wandelbos was pas in 1937 volledig klaar. Het is niet alleen bedoeld om te wandelen, want in 1973 kwam er een kinderboerderij en een speeltuin bij. In het Wandelbos groeien veel soorten bomen en struiken. Vanaf de brug over de vijver kun je de heel bijzondere grote Moerascipressen zien met hun vreemde luchtwortels. Ook verschillende soorten eenden komen hier broeden of overwinteren.
Aan de Hultenseweg in het gebied Klein Tilburg ligt een ouder bos. De Hultense Leij stroomt bijna kaarsrecht midden door het bos. Door de jaren heen heeft zich hier een rijke bosflora ontwikkeld met bijvoorbeeld prachtige salomonszegels. In het voorjaar bloeien in het Wijkerbos mooie voorjaarsplanten. Je hoort hier ook vogels van bossen met al volwassen bomen. De havik en de buizerd komen hier ook regelmatig tot broeden.
Het Wijkermeer is oorspronkelijk een zandwinningsplas. Hij is zo’n 20 meter diep. Jarenlang was hij in gebruik als zwemplas en toen heette de pas nog de Put van Reef. Nu maken enkele duikverenigingen gebruik van het Wijkermeer. Het gebied zal waarschijnlijk een nieuwe plek krijgen binnen het werklandschap Wijkevoort.
Het gebied is niet openbaar toegankelijk.
Dit buurtschap stond al 400 jaar geleden op de kaart. Het ligt helemaal aan de westkant van Stadsbos013 tussen het bosgebied en de A58. Veel mensen denken dat Stadsbos013 alléén uit bos bestaat; toch is Klein Tilburg hier ook een onderdeel van. Het is een groot open landbouwgebied met diverse fraaie boerderijen. Daar leven vrij veel erfvogels, waaronder de kerkuil en de steenuil. De goede waarnemer kan in dit agrarisch gebied ook nog de patrijs, wulp en kievit waarnemen; dat zijn echte akker- en weidevogels. Klein Tilburg is ook aantrekkelijker geworden door o.a. een minicamping, manage en de edelhertenboerderij.
Stadsbos013 is een uitgestrekt natuurgebied aan de rand van Tilburg, op fietsafstand van het centrum. Waar cultuur en natuur samenkomen, waar flora & fauna de ruimte krijgen zich te ontplooien. Waar je rust kunt zoeken, de natuur kunt ontdekken, waar je kunt sporten, maar ook waar je mensen kunt ontmoeten. Een gebied dat zich ontwikkelt op basis van behoeften en op initiatief van de stad. Want als Stadsbosmaker kun jij zelf een bijdrage leveren aan Stadbos013.